Aanplantinstructies

Stap 1: Voorbereiding

• Kies een standplaats met voldoende zon/licht en ruimte voor de volwassen boom.
• Verwijder onkruid, stenen en oude wortels. Spit de grond los. Bij arme of zeer zware klei: meng compost of aanplantgrond.

Stap 2: Gat graven

• Graaf 2x zo breed als de kluit of pot en iets ondieper dan de wortels.
• Meng uitgegraven grond met compost of aanplantgrond (ongeveer 20–30% mix) voor een luchtige, voedzame basis.

Stap 3: Plaatsen en afstelling

1. Plaats de boom recht: zet de kluit in het midden van het gat. De entplaats (verdikking boven de wortels) moet boven het maaiveld blijven.
2. De bovenkant van de kluit moet gelijk komen met het maaiveld, nooit dieper planten.
3. Vul het gat met de verbeterde grond en druk licht aan zodat er geen grote luchtkamers overblijven.

Stap 4: Ondersteuning & boombanden

Voor middelgrote en grote bomen raden we aan één of twee palen te plaatsen en de stam vast te zetten met een flexibele boomband. Plaats de paal aan de windzijde en span de band zo dat de boom nog licht kan meebewegen, dit stimuleert wortelgroei.

Stap 5: Water geven

• Direct na aanplant: geef royaal water zodat de grond zich goed zet rond de wortels.
• Eerste 2 jaar: houd de grond vochtig, bij droog weer regelmatig (één à twee emmers per week, afhankelijk van grootte).
• Tip: gebruik mulch (bijv. houtsnippers) rondom de kluit, 5-8 cm laag, op minstens 10-15 cm afstand van de stam om vocht vast te houden en onkruid te onderdrukken.

Stap 6: Nazorg

• Houd de grond rond de stam onkruidvrij tot de boom goed is ingeworteld (ongeveer 2 jaar).
• Controleer jaarlijks of boombanden niet insnijden. Verwijder of verplaats banden indien nodig.
• Bemest spaarzaam: in het voorjaar organische mest of compost toevoegen indien de bodem arm is.